maandag 21 januari 2008

Op reis

Inmiddels zijn we in Maputo, de hoofdstad van Mozambique. Mozambikanen geven hoog op van deze stad, maar wat ons vooral opvalt is het vele afval op straat en de afgebladderde huizen... Maar we hebben nog lang niet alles gezien en vanochtend zijn we naar het centrum gewandeld via de kust en daar zijn ze druk aan het bouwen en staan de mooie panden van alle ambassades.
We wilden eigenlijk van Malawi naar het noorden van Mozambique, maar omdat de wegen niet zo goed zijn (volgens de reisgids heb je op sommige wegen in het regenseizoen een amfibievoertuig nodig) en de overstroming van de Zambezi hebben we besloten om enigszins van dit plan af te wijken. Het werd een bus van Mzuzu naar Blantyre. Een nachtelijke ramp, de beoogde duurdere bus werkte niet en na drie uur wachten werden we in een gore zwarte stinkbus geladen. We kwamen letterlijk zwart aan door het roet van de motor (de uitlaat kwam in de bus uit) en van slapen kwam weinig want de bus had geen hoofdsteunen en de motor maakte een ontzettend lawaai. Afijn, de busreis overleeft en van Blantyre een lekkende bus naar Johannesburg genomen. Een tripje van 30 uur. Gelukkig lekte de bus bij onze plaatsen niet maar sommige passagiers konden een flesje tegen het plafond houden en hebben een halve liter water opgevangen. De busreis ging via Malawi, naar Mozambique, door heel Zimbabwe en ten slotte Zuid-Afrika. Heel veel grensovergangen en stempels later in Johannesburg aangekomen. Van ZImbabwe hebben we weinig gezien omdat we 's avonds en 's nachts er doorheen reden. We zijn wel gestopt in Harare, de hoofdstad voor het avondeten en dat was een interessante belevenis. De Zim-dollar is inmiddels heeeeeel weinig waard. Voor 1 euro krijg je 3 miljoen dollar op de zwarte markt, maar loop je het risico opgepakt te worden. Wissel je bij de bank dan krijg je een half miljoen...

Wij hadden het zo geregeld dat de buschauffeur voor ons het avondeten kocht in Zimdollars en wij hem in de bus hebben terugbetaald. We mochten niet wisselen op straat want de politie was aan het patrouilleren.

Inmiddels hebben we een aantal natuurparken bezocht en is het veel minder gaan regenen (hoera!). Vwaza marsh in Malawi was erg mooi met een hut voor het meer waar de nijlpaarden in zaten.
In Swaziland (de bus van Jo'burg naar Swaziland genomen) hebben we een ander natuurpark bezocht, Mlilwane sanctuary. De wrattenzwijnen en impala's liepen hier voor onze hut langs 's ochtends. Door het park gemountainbiked (er zijn geen predatoren of olifanten dus dat mag) en gelopen en heel veel gezien. Omdat je weinig lawaai maakt met fietsen kan er om de bocht ineens een zebra of impala staan. Ook nog blessbok, nyala, gnoe (wildebeest), struisvogel en heel erg veel vogels gezien. Onze vogelgids goed gebruikt. Nu zijn we in Maputo om Carlos op te zoeken en nog wat meer van Mozambique te zien, maar we gaan snel weer terug naar Swaziland en plannen verder nog te gaan duiken in Zuid-Afrika (mits het weer meezit) en te gaan paardrijden in Lesotho.

woensdag 9 januari 2008

Vertrek, en eerste stukje van onze huwelijksreis (jeej!)

Zoals zo vaak reisverslagen op internet/email beginnen hebben ook wij al veel te lang niets meer van ons laten horen. Dit komt doordat we het de laatste weken in Mozambique veel te druk hadden met het afmaken van Dolfs onderzoek, het klaarmaken en versturen van 28kg aan meuk naar Nederland en het inpakken van onze spullen. Vervolgens waren we alles zo spuug zat dat we twee weken geen internet hebben gezien en nu besteden we onze internet tijd vooral met het kijken naar woningen in Nederland voor als we terug komen…

Wat hebben we gedaan in de tussentijd: Over het werk in Mozambique zullen we maar niet meer zeggen dan dat het heel hard werken was en het resultaat enkele kilo’s aan papaierwerk die nog ingevoerd moeten worden in de computer en geanalyseerd moeten worden. Is het onderzoek dus gelukt? Geen idée, we kunnen voorlopig in ieder geval geen garnalen meer zien. Leuk detail, terwijl we drie dagen van 6u-23u bezig waren met het determineren van garnalen en vissen (altijd kleiner dan 3cm en meestal kleiner dan 1cm) gingen we naar een goed restaurant uit eten. Raad eens wat we als voorafje direct op tafel kregen: garnalen en visjes (we konden direct de soortnaam al opnoemen). We hebben het dus maar vriendelijk geweigerd.
Nadat we klaar waren, spullen naar huis gestuurd hadden en alles ingepakt hadden (nogsteeds veel te veel maar er paste niets meer in het packet dat we verstuurd hadden) zijn we om 4uur ‘s ochtends in de bus gestapt vanuit Beira met als eindbestemming: Malawi. Malawi? Ligt dat in Madagascar? Nee. Verre van…. Madagascar bracht echter nogal wat problemen met zich mee waaronder een zeer grote zak geld en hoe meer we over Malawi lazen en hoorden van anderen, hoe enthousiaster we werden.

De reis vanuit Beira ging via Tete (noordelijk Mozambique) en enkele minibusjes naar Blantyre in Malawi waar we om 22uur aankwamen. De volgende dag met de bus door naar Monkey Bay (Malawi is engelstalig) aan Lake Malawi. We zijn vanuit Monkey Bay een dag later de boot op gegaan die in een week het hele meer rond vaart en onderweg veel havens aan doet.
Dit meer (in Mozambique en Tanzania heet het Lake/Lago Nyassa) is groter dan Nederland qua oppervlakte en is dus meer een binnenzee. Het water is echter wel zoet. Het heeft mooie stranden en kusten(oevers eigenlijk), en enorm veel cichlide vissoorten en aantallen (vaak te vinden in aquaria in Europa). Voor de biologen onder ons zie ook het boek Darwins hofvijver van Thijs Goldschmidt. Het meer is onderdeel van een reeks grote meren in de Afrikaanse Riftvalley waar ook lake Victoria bij hoort. In tegenstelling tot Lake Victoria is Lake Malawi gelukkig niet verpest met exotische Nijlbaarzen.

De ferry was een verhaal op zichzelf. Een 60 jaar oude boot van schotse makelij en de enige grote passagiersboot van Malawi (kan je nagaan als er een keer wat mis is met die boot). Omdat Lake Malawi in drie landen ligt vaart de boot tussen Malawi en Mozambique. De Mozambikaanse kant is geheel afhankelijk van de ferry voor hun transport omdat het zeer afgelegen is. Aanleggen is dan ook een hele belevenis met honderd mensen die in en uit de boot moeten. Maar een vijfde van de aanlegplaatsen langs de hebben een steiger. De rest wordt vervoerd per sloep en locale vissersboten. Aangezien veel mensen hun halve huishouden meenemen en de bevoorrading ook nog plaats moet vinden lig je zo 4 uur stil. Leuk om over de reling te hangen en te kijken naar de chaos onder je van schreeuwende mensen, iedereen die tegelijkertijd de boot in wil en uit wil en de vele wachtende kano’s/boten.
De ferry bestaat uit drie dekken. De 2e klas zit naast (in) de machinekamer en is de hele reis stampensvol met locale mensen en voorraden. Op het middelste dek is het restaurant en een aantal hutten en het bovenste dek is de eerste klas. Wij zaten eerste klas, tussen de toeristen en rijkere Malawianen (niet veel). Een hut was ons te duur en de eerste klas was gezellig met een bar en is –mits het niet regent- comfortabel genoeg. Helaas regende het af en toe wel en omdat het dek open is op een afdak boven de bar na was het gezellig knus om 5 uur ‘s ochtends met alle backpackers tegen elkaar aangerold op slaapmatjes onder het afdak. Anderen hadden hun tent neergezet op het dek en Dolf heeft in zijn hangmat geslapen.De ferry is een zeer geschikte plek om nieuwe mensen te ontmoeten en verhalen uit te wisselen over de vakantie.

Onze reis op de ferry duurde één volle dag en een nacht. De bestemming voor ons was Likoma Island, een klein eiland dicht tegen de Mozambikaanse kust, maar nogsteeds onderdeel van Malawi. Dit is een prachtig tropisch eiland met mooie heuvels, veel grote baobab bomen, mooie stranden, mooie duikgelegenheden en een zeer vriendelijke bevolking. We hebben daar één week gezeten, beginnend in een backpackers hostel van rieten hutjes aan het strand. Dat was al een leuke plek om te beginnen met ‘s ochtends als je wakker wordt vanuit je kamer een prachtig uitzicht over het meer (de andere oever is te ver weg om te zien). Na twee nachten daar gezeten te hebben zijn we verhuis naar een dure lodge op het eiland (zelfde eigenaren als de backpackers hostel) die we van tevoren besproken hadden. Dit was echt een hele luxe lodge, heel mooi in een baai gelegen met losse natuurstenen chalets voor alle gasten. Alles wordt voor je gedaan daar, ook de baggage mochten we niet dragen. De chalet die wij hadden lag helemaal aan het eind van de baai tussen de rotsen waardoor we volledige privacy hadden. De chalet had grote ramen uitkijkend over het meer, douche/bad onder het raam en een “toilet with a view”, hij stond buiten, driewkart omringd met een natuurstenen muur, het laatste kwart alleen een heuphoge muur en een rieten dak er boven waardoor je als je op de wc zat je rustig de vogels op de rotsen voor je en het hele meer kon bekijken. Als het stortregende zat je alleen niet helemaal droog. Er zaten nooit meer dan 15 mensen tegelijkertijd in de lodge dus alles was heel persoonlijk met buitenlands personeel dat zeer capable en vriendelijk was (ongeveer onze leeftijd, allemaal stellen, net getrouwd of bijna ouders). Het personeel kwam overigens helemaal niet van hotelscholen of zo maar waren allemaal redelijk gelijkgestemde mensen als de gasten. De meeste werknemers waren echter lokaal, en kwamen alleemaal van het eiland en waren ter plekke opgeleid.
We hebben in die lodge kerstmis doorgebracht al relaxend, etend, zeilend, duikend, nog meer eten, genietend van het uitzicht vanuit de bar onder het genot van een glas witte wijn, en ten slotten nog meer etend. Het was een romantisch begin van onze huwelijksreis, met het diner steeds op een andere eigen plek rond de lodge (vaak onder de bomen op het strand) onder fakkel licht. Met kerst zelf hebben we echter met alle gasten en personeel samen de hele middag gegeten en gedronken op het strand, eindigend met een stukje waterskiën (nou ja, kneeboarden).

Over het vervolg van de reis kunnen we wat korter zijn. Een aantal dagen doorgebracht in Nkhata Bay aan het vaste land van Malawi maar nog wel aan het meer. Hier oud en nieuw gevierd wat erg gezellig was. In plaats van vuurwerk warden we verblijd met onweer en lichtflitsen.
Daarna wilden we een aantal natuurreservaten bezoeken, maar werd Dolf helaas ziek. Een hospitaaltripje later en een berg medicijnen heeft ons bijna een week in Mzuzu gehouden. Waarschijnlijk malaria, maar dat weten we niet zeker. We hopen morgen weer verder te kunnen, naar Vwaza marsh reserve om vogeltjes te kijken in de regen. Het is duidelijk regentijd in Malawi, met heel veel regen dus sommige wegen zijn moeilijk begaanbaar. Afijn, we merken het wel.