zaterdag 25 augustus 2007

Een Afrikaans weekje

Je wilt weg om onderzoek te doen, maar het lukt niet. Dat gevoel was deze week toch wel overwegend. Na de vorige trip naar Malawe en Búzi wilden we graag een overzicht hebben van de delta van de Búzi en Pungwe rivieren en van de mangroven hier. Er is echter maar weinig publiek transport per water: de boot naar Búzi en wat bootjes naar Sofala, een klein stadje verder naar het noorden aan de kust. Om te kijken waar allemaal mangroven stonden en wat voor typen mangroven besloten we dus een privé boot te huren en een tour te maken door de monding van de Búzi en Pungwe. Dolf had daarnaast besloten om bamboe te kopen om zijn plots mee te maken dus viel het tripje door de mondingen van de rivieren mooi te combineren met het afleveren van de enorme baal bamboe stokken op Malawe, waar ze gebruikt zouden worden voor het onderzoek. In totaal ging het om 168 stokken van 4m lang, een hoeveelheid waar het publieke transport naar Malawe toch geen zin in zou hebben om mee te nemen.

De naam van de eigenaar van een boot hadden we van zowel Carlos als de heren van het visserij onderzoeks instituut hier in Beira gekregen. Een moeilijk telefoontje en een makkelijker face-to-face gesprek later hadden we afgesproken om de volgende dag ons tripje te maken en de bamboe af te leveren. De boottocht was, hoewel het op zijn Afrikaans een paar uur duurde voor we uiteindelijk weg waren, zeer geslaagd. De bamboe lag op zijn plek, de vissers van Malawe waren zeer nieuwsgierig wat een blanke (Mzungu) met zoveel bamboe moest (een paleis bouwen?) en wij hadden een mooie indruk van de omgeving hier. Het blijkt dat vrijwel de hele kust hier begroeid is met de zwarte mangrove Avicennia marina, in tegenstelling tot wat we dachten, namelijk dat er teleurstellend weinig mangroven stonden. Ook blijken er overal kleine dropjes (soms maar 2 of 3 huisjes) te staan op de kust waarvandaan vissers hun werk doen. We hebben ook vele goede plekken gevonden voor het onderzoek, ware het niet dat er alleen maar een publieke boot is de Búzi rivier op en naar het noorden langs de kust maar niet de Pungwe op. Hoewel we er een hoop wijzer van geworden zijn (maar ook een hoop armer, bezine is duur...) besloten we dus maar om het onderzoek inderdaad helemaal vanuit Malawe uit te voeren.

De volgende dag wilden we terug naar Malawe om het onderzoek op te gaan zetten. Dat viel echter tegen. Na veel inkopen gedaan te hebben voor het onderzoek en ons eigen eten voor enkele dagen gingen we naar Nova Praia om een boot naar Malawe te nemen. De man met wie we de vorige dag ons tripje hadden gemaakt stuurde vandaag toevallig een publieke boot naar Búzi dus we konden weer met hem mee. Er volgde vier uur van wachten. De lege tomaten kratjes werden zeer rustig ingeladen in de boot. Af en toe kwam er een handkar vol met kratten bier of zakken suiker bij die voor de bevoorrading van Búzi dienden. Toen er eenmaal kratjes bovenop de boot stonden besloten de kapitein en zijn hulpjes dat de kratjes vastgebonden moesten worden, maar ja, daar heb je touw voor nodig. Iemand werd weggestuurd om touw te kopen. De rest bleef rustig wachten tot degene met touw terug was. Het kwam niet in ze op om de overige kratjes die nog in grote getale op de kant stonden al vast onder in de boot in te laden. Toen het touw eenmaal aanwezig was werden de kratjes dan toch echt vastgebonden. Ineens leek er haast te zijn. De overige kratjes werden als een idioot in de boot gesmeten en er was weinig oog voor het efficiënt opstapelen van de kratjes. Toen de kratjes er in lagen kwam er nog een lading suiker of zo bij. Alles lag er in en men begon zich klaar te maken om te vertrekken, maar daar kwam de haven politie: Het was inmiddels vijf uur en als de boot nu zou vertrekken zou het overgrote deel van de trip door de ondiepe Búzi rivier in het donker zijn op een onverlichte boot. Wij vroegen ons al af hoe de kapitein dit dacht op te lossen, maar aangezien wij voor het donker al op Malawe zouden zijn maakten we ons geen zorgen. De haven politie dacht daar anders over en de conclusie was: jullie mogen niet vertrekken. Shit....
Nou ja, dan maar terug naar huis met onze enorme bepakking (die was aardig groot geworden en bestond uit emmers, zakken, rieten matten, stalen stangen, kapmes, gereedschap, etc). Balend kwamen we thuis. De volgende dag vol goede moed weer met de hele bepakking naar het strand (we hadden inmiddels besloten een drager te huren om te helpen). Tijdens het lopen bedachten we al dat er een stevig briesje stond. Het briesje bleek op het strand aangekomen een behoorlijk briesje te zijn en alweer was de haven politie aanwezig: er staat te veel wind, voorlopig is er nog geen boot in afwachting van beter weer. Shit. We hebben het nog even aangekeken maar de grijze wolken bleven over jagen dus wij maar weer naar huis met een drager. Het weer werd de hele dag niet echt beter, dus ook die dag konden we niet weg. Inmiddels was het al woensdag. We hadden bedacht om drie nachten op Malawe te blijven. Maar met het vertrek op donderdag zou dat betekenen dat we zondag terug zouden gaan en die dag is er geen boot. Maandag was een feestdag vanwege het 100 jarig bestaand van Beira, dus die dag zouden we ook niet terug kunnen. We besloten dus maar om niet naar Malawe te gaan voor het weekeinde.

In plaats daar van zou het leuk zijn om naar Chimoio te gaan om met de mensen van het Chimanimani park, waar Annelies misschien kan werken, te gaan praten. Een telefoontje met hen deed ook dat plan in duigen vallen. Hij had geen tijd. Er zat dus niets anders op dan tot en met maandag in Beira te blijven en daarna naar Malawe te gaan.
Gelukkig hadden we dankzij tia wat afleiding naast het lezen van boeken het het kijken van TV series op de laptop. Zaterdag zijn we met tia Olivia naar haar nicht in Beira da Manga gegaan, en mooie groene wijk van Beira met kleine huisjes maar een mooie lap grond per huisje en veel groen. Dit was een erg leuke trip aangezien we weg kwamen uit de stadse geuren van Beira en in een mooie omgeving terecht kwamen (1e foto). Zondag was weer een rustig dagje. Het was erg gezellig met tia in huis met een uitgebreide maaltijd (2e foto) en rondwandelen met tia door de stad. Van de feestdag op maandag hebben we niet zo heel veel meegekregen. Het scheen toch vooral een dans en drink festijn te zijn, maar daarnaast was er slecht nieuws, een meisje wat tia al had zien opgroeien sinds haar geboorte en hier vlak achter woonde was op 27 jarige leeftijd overleden... Dat was dus een grote domper. Wel zijn we naar onze buren van een paar deuren verderop gegaan (3e foto) voor gezelligheid. Dit was erg leuk. De William Grant's whiskey (ja pap, dezelfde die jij vaak hebt) kwam al snel op tafel en er kwamen steeds meer mensen bij. Het was een gezellige middag en avond hoewel het wel erg vermoeiend voor ons was om geconcentreerd te blijven luisteren om het Portugees te begrijpen, zeker gezien iedereen steeds meer alcohol op had.








Dinsdags is het ons uiteindelijk gelukt naar Malawe te gaan. We hebben er goede vordering gemaakt. Hoewel het iets langzamer ging dan we wilden en we niet van alle materialen genoeg hadden staat een groot deel van de plots overeind. Ook hebben we aardig contact op het eiland, eten we 's avonds vaak bij de baas en beginnen ze eilanders ons te accepteren. De dagen op Malawe waren gevuld met vroeg opstaan (om half 6 waren we meestal wel wakker) en hard werken. Dolf's tere computerhandjes waren dit niet meer gewend. Het resultaat is echter goed en wij zitten nu bij te slapen, eten en wassen nar 4 zware dagen. Het volgende stukje zal vermoedelijk over Malawe gaan en hopelijk ook over Chimoio.

maandag 13 augustus 2007

Bootje varen

Ons eerste uitje buiten Beira bestond uit de rivier de Buzi opvaren naar het dorp Buzi, zo'n 15 km verderop en onderweg de kustvegetatie te bekijken. Het visserij instituut in Beira had ons geadviserd om in Buzi contact op te nemen met de “landbouw en visserij administratie' om via hen aan een boot te komen en hulpje voor Dolfs ondrzoek.
Maandag waren we vol goede moed op weggegaan, maar helaas was er nog een onderzoeksbrief nodig van Carlos van de universiteit in Maputo dat Dolf officieel voor hen werkt, met bijbehorende stempels (altijd handig om het vertrouwen te winnen van mensen dat je niet een of andere malloot bent die out of the blue met een onderzoek aan komt zetten). Helaas lag de internetverbinding eruit en moest het document uiteindelijk gefaxt worden. Ja, hoe werkt zo'n faxapparaat eigenlijk? Nee, dan moet je dus niet de hoorn opnemen van de fax, want dan gaat het fout... Nadat de jongen 2 keer de hoorn had opgenomen, hadden we hem duidelijk gemaakt dat dan het bericht niet verstuurd wordt. De derde keer leek het wel goed te gaan. Na een half uur kregen we echter nog geen fax. “Is er geen fax verstuurd? Nee hoor, er ligt niets.” Wij Carlos weer gebeld, maar die nam niet op, inmiddels was het al half 12. Na nog een keer vragen of er dan misschien geen papier in de fax zat liep iemand anders naar de fax en ja hoor de fax was allang aangekomen. Zucht...

Snel naar de “veerdienst” gelopen die naar Buzi gaat. Dat blijken kleine bootjes die vanuit Buzi helemaal worden volgestouwd met kratten tomaten en naar Buzi met zoveel mogelijk lege kratjes. Ertussendoor gepropt zitten zoveel mogelijk mensen. Zie de foto's want dat zegt meer dan een omschrijving.
Enig probleem: de boot gaat pas als het tij zo is dat de boot uit de baai gedreven wordt en dat is niet zo vaak. Na 2 uur wachten werd er dan eindelijk een boot ingeladen, op afrikaans tempo (= zeer langzaam met veel pauze). Uiteindelijk maar besloten om de volgende dag de boot te nemen omdat we in Buzi toch te laat zouden aankomen om nog iemand te spreken en het een overnachting meer zou zijn.

Dinsdag, de volgende ochtend, om 6 uur opgestaan om maar met de eerste boot mee te kunnen. Wij naar het strand, geen boten te zien, laag water, shit. Het begon ook nog te regenen met veel wind, wat gelukkig wel snel optrok. Na 5 uur wachten ging er dan een boot (ze kunnen je niet vertellen hoe laat de boot gaat en hoeveel boten er gaan).
Met ongeveer 15 man in de boot en veel lege kratjes gingen we op weg. Een prachtige tocht van 4 uur en een ontzettend houten reet omdat je op een houten plank zit en slecht kan bewegen omdat je voeten in de lege tomatenkratjes zitten. Heel veel vogels, meerdere visarenden gezien (!!), heel veel kingfishers (ijsvogels), ooievaars, (yellow-billed stork, goliath heron: een gigantische ooievaar van 1m40) reigers (little egret), lepelaar, hamerkop, pelikanen, futen en strandlopers. Vogel heaven dus.

Net in zonsondergang aangekomen en een vreindelijke jongen die ook in de boot zat bracht ons naar een hotel. Een mooi oud koloniaal huis. De volgende ochtend naar het landbouw en visserijinstituut ter plaatse. Dit had echter weinig zin, omdat de mangroven alleen in het eerste deel van de rivier staan en aan de baai. dat is ook logisch want de rivier wordt later te zoet en mangroven leven in zout water. De mensen waren erg vriendelijk en gezamenlijk kwamen we tot de conclusie die wij eerder al bedacht hadden namelijk naar een dorpje gaan dat tussen de mangroven ligt en daar ter plekke vragen of een visser ons kan helpen.
Weer een bootje teruggenomen naar Beira die toevallig net wegging. Dat is te zeggen, iedereen zat al in de boot maar we hebben nog een uur moeten wachten op het water dat eerst moest stijgen. De rivier de Buzi is nogal ondiep. Dat merkten we al na 10 meter want nadat de boot een bochtje maakte om weg te kunnen varen raakten we al een zandbank. In totaal hebben we wel een stuk of 10 zandbanken geraakt wat betekende dat een hulpje in het water plonste en de boot goed moest duwen. Dat lukte echter niet altijd in z'n eentje. Op een gegeven moment zaten we zo vast dat alle mannen in de boot zich al begonnen uit te kleden tot op hun onderbroek om de boot uit de zandbank te trekken. Een boot die iets eerder was vertrokken (er waren heel veel kratjes met tomaten die naar de markt moeten in Beira) had het al opgegeven en lagen op een zandbank te wachten op hoger water. Een aantal jongens op de boot stonden te geinen en toen Dolf besloot om ook maar in het water te springen en te helpen was het algemene hilariteit in de 2 boten. Een blanke in je boot is al bijzonder, maar een blanke in het water die helpt is wel heel bijzonder!
Afijn, ook hier weer een paar foto's van genomen en uiteindelijk werd de rivier weer breder.

De volgende ochtend zaten we weer op het strand op de veerdienst te wachten, die ons deze keer alleen naar de overkant van de rivier zou brengen. De eerste stop van de veerdienst is op een klein eilandje dat midden tussen de mangroven ligt en wat ons een geschikte plek leek om met de baas van het dorp te praten en uit te leggen wat we van plan waren. De boot meert overigens aan op het zand en je dient dan met je spullen uit de boot in het water te springen, wat soms tot kniehoogte is. De inwoners keken raar op dat wij hier uitstapten en ook de passagiers keken ons vreemd aan. We werden gelukkig goed ontvangen door de grote baas van het eiland. Enige nadeel was dat zijn Portugees niet niet zo goed is. Wat jongere mannen kwamen er bij zitten om te vertalen en het werd min of meer begrepen wat we kwamen doen. De volgende ochtend zou de baas ons persoonlijk om het eiland kanoen.

Het dorpje is, zoals Dolf mooi beschreef, eigenlijk blijven hangen in de Bronstijd met wat moderne aanpassingen. Rieten hutjes, licht van olielampjes en kampvuurtjes, mensen lopen nog net niet rond in lompen maar het scheelt niet veel. De kano's zijn uitgehakte grote boomstammen en de zeiltjes zijn gemaakt van zakken waar 50 kilo rijst in heeft gezeten.
Wij waren voor de bewoners uiteraard zeer interessant en alle mannen waren uitgelopen om te zien hoe wij onze hangmatten gingen ophangen (prima geslapen hierin trouwens).
De volgende ochtend een rondje langs het eiland gemaakt en tot de conclusie gekomen dat het eiland voldoende mogelijkheden bied voor het onderzoek. Praktisch is ook nog dat de plots redelijk bij elkaar in de buurt liggen. Nu zijn we weer terug in Beira om de visnetten af te maken en alle spullen te kopen voor het onderzoek zodat we snel kunnen beginnen aan het maken van de onderzoekssites.

Annelies heeft het goede nieuws gekregen dat ze waarschijnlijk kan werken in een natuurpark tegen de grens met Zimbabwe, dat hier niet heel ver vandaan ligt. Als het doorgaat mag ze in september iig meehelpen met het doen van een inventarisatie van het aantal grote zoogdieren dat voorkomt in het park. Niet verkeerd dachten wij zo!

Inmiddels is ons Portugees zo 'goed' dat we ons wat beter kunnen uitdrukken dan het gestamel in het begin, dus dat is ook wel zo praktisch. Heel veel andere blanken hebben we nog niet gezien, maar in Beira zijn we zeker geen bezienswaardigheid. De meeste blanken komen hier via de kerk of om les te geven, als iemand ons aanspreekt is al snel de vraag van welke kerk we zijn. Wel rijden hier heel veel auto's rond van hulporganisaties. De FAO, Unicef, WWF, lokale gebouwen die gesponsord zijn door Duitsland of Oostenrijk. Ze zouden hier trouwens een project moeten oprichten voor blinde mensen, want daar zijn er nogal wat van. Ze zijn nu aan het bedelen door achter een klein kind te lopen en hen aan de schouder vast te houden terwijl het kind naar potentiele geldgevers loopt en om geld vraagt. Daar hebben we er nu al meer dan 10 van gezien. Ook aardig wat mensen die een been missen of kreupel zijn. Polio? Het is een sneu gezicht om een oud mannetje te zien voortbewegen met 1 grote stok terwijl zijn benen er een beetje bij hangen of iemand die zich voortbeweegt op zijn knieen en slippers om zijn handen heeft omdat zijn benen niet meewerken. Zeker niet alles is hier koek en ei, maar er zijn genoeg mensen met een schotelantenne op het balkon, dus zo arm zijn ze hier nu ook weer niet (al zouden ze wel wat moeten doen aan de vele gaten in de grond die uitkomen op het riool en de vele verstoppingen, want de rioollucht in de stad is soms niet te harden als je over straat loopt, net zoals het geen kwaad zou kunnen het vuilnis vaker op te halen dan 1 keer in de twee weken). We denken dat door de oorlog het nodige van de voorzieningen zijn ingestort en pas heel langzaam weer op gang komen. De stad is bijvoorbeeld gigantisch vervallen en ze zijn meer aan het afbreken dan aan het opbouwen. Leuk detail trouwens: gebouwen worden hier gesloopt door 1 mannetje met een grote hamer die op het beton staat te raggen terwijl er beneden 5 mannen met helmen opstaan en een deel van de straat hebben afgezet zodat de brokstukken niet op je hoofd vallen als je langsloopt. Mooie vorm van werkverschaffing want die mannetjes staan daar maar een beetje te staan en met 1 hamer duurt het wel even voor je gebouw is afgebroken!
De volgende update volgt als het onderzoek een beetje op gang is.Ik zal proberen wat foto's te downloaden op picasaweb, maar of het lukt ligt aan de internetverbinding.

vrijdag 3 augustus 2007

Beira

Zoals beloofd nu een stukje over Beira, onze stad. We hebben nog weinig foto's dus voorlopig zullen we het alleen met woorden beschrijven. Beira is de 1 na grootste stad van Mozambique. De ene reisgids zegt dat het 400.000 inwoners heeft, de ander zegt 1.000.000. Kortom, niemand weet het maar het is in ieder geval een behoorlijk grote stad. Toch voelt het niet helemaal zo. Steden als Rotterdam voelen veel meer aan als grote stad. We kennen het centrum inmiddels redelijk. We doen al onze boodschappen en zo te voet. Dat is overigens af en toe nog wel oppassen aangezien ze hier links rijden (hoe ze daar nou bij komen is me een raadsel aangezien het een Portugese kolonie was, niet een Engelse, en ze wel het metrische stelsel gebruiken) en je dus automatisch de verkeerde kant op kijkt bij het oversteken. Er zijn twee stoplichten in het hele centrum en daar houden de automobilisten zich netjes aan, hoewel de voetgangers er lak aan hebben. Het centrum is in onder te verdelen in 4 delen. Maquinino (waar wij wonen), het echte “down town” centrum, de oude stad en de vissers markt. De oude stad is het oude koloniale gedeelte van de stad. Langs de straten staan vaak bomen, de huizen (in diverse staten van onderhoud/verval) zijn oude koloniale huizen en de kathedraal staat er. Ook de katholieke universiteit staat er. Het down-town centrum bevat veel hoge gebouwen. Er zijn heel veel verschillende winkels, een kleine markt met voedsel en dergelijke, pleinen, pasteleria's (soort van lunchroom maar dan met gebakjes) etc. Daar gaan we heen voor de minder normale boodschappen (mobiele telefoon, ijzerwaren, etc). Het is er prettig om rond te lopen, hoewel sommige gebouwen aardig stinken en vervallen zijn.

De vissersmarkt is een drop op zich. Het is er echt geweldig om rond te lopen. Er staan alleen maar houten hutjes en dergelijke dicht op elkaar gepakt. De markt staat eigenlijk op het strand maar is enorm groot, het zou een dorp op zich kunnen zijn. Overal staan kraampjes die dingen verkopen van groente en fruit tot handoeken, emmers, gereedschap, etc. Maar belangrijker verlopen ze er uiteraard vis, garnalen, etc. We hebben er grote roggen zien liggen, manden vol met levende krabben, gedroogde vissen, verse vis, etc. Ook verkopen ze er vismateriaal zoals netten, touw, visdraad, gewichten, etc. Voor Dolf dus erg handig voor materiaal voor zijn onderzoek. De vissers wonen ook in dit deel van de stad. Kleine rieten, houten of lemen hutten, kippen die er tussen los lopen, kinderen, af en toe een arme sloeber die zijn hersenen aan pulp heeft gedronken, kortom een apart dorp. Aan het eind van de vissers markt is het water, niet ècht de zee, maar meer het laatste stuk van de pungwe rivier vlak bij de monding van de zee. Daar liggen de vissersboten op het strand. Aan de overkant van het water (een heel eind, kijk maar eens op Google Earth, je kunt daar pontons in het water zien liggen, daar net iets rechts van is de vissers markt) zie je de andere kust en er tussen een aantal eilanden. In die omgeving, bij de monding van de Búzi rivier hoopt Dolf zijn onderzoek te gaan doen.

Maquinino is net niet meer down-town centrum maar is een wijk er tegenaan. Dit is waar wij wonen. Ook hier zijn veel winkels, op de begane grond is alles eigenlijk een winkel. Er boven wonen overal mensen. Wij wonen op de 5e (en hoogste) verdieping van een gebouw boven een aantal winkels en een café. Tegen over ons staat een nog veel hogere flat waar ook overal mensen wonen. Ook twee grote en dure hotels staan vlak bij ons (Hotels Tivoli en Mozambique). Vanaf ons balkonnetje kijken we uit over de huizen die toch merendeels geen of 1 verdieping hebben. Een blok verderop is de markt van maquinino, na de vissersmarkt de grootste markt in het centrum. Hier gaan we vaak heen om boodschappen te doen. De markt is zeker zo groot als de Haagse markt in de schilderswijk, zo niet groter. Er zijn enorm veel kleine kraampjes (nou ja kraampjes, tafeltjes over zandbultjes) waarop iedereen zijn goederen uitstalt. Er is duidelijk een ordening in de stalletjes. Alle tomaten/uien/knoflook wordt in 1 sector verkocht met als gevolg rijen en rijen tomaten en uien achter elkaar van vele verschillende verkopers. In een andere sector wordt het vlees verkocht, dan toch wel in een apart stenen gebouwtje. Het vlees ligt er wel gewoon open en bloot op tafels, geen koeling of zo. Je ziet er netjes afgesneden stukken liggen maar ook hele koeie hoofden. Niet echt een smakelijk gezicht voor ons verwende westerlingen. Het aantal vliegen valt op zich nog mee vergeleken met wat Annelies in de slager in Wundanyi in Kenia aantrof. In andere delen van de markt worden weer rijst, suiker, zout (enorme bergen losse zout kristallen), spaghetti (relatief duur), zeep, olie, etc verkocht. Een erg leuke markt om rond te lopen en je boodschappen te doen. Verder is er aan de rand van Maquinino nog een winkelcentrumpje me een grote Amerikaanse supermarkt (Shoprite) waar je ook alles wel kunt krijgen (de prijzen vallen nog mee behalve voor geïmporteerd spul uit de VS, Zuid Afrika en Europa). Ook zit daar ene computer winkel, een apotheek, een bank, etc. Wat we gelukkig nog niet gevonden hebben is een Mc Donalds of een vergelijkbare keten. Hoera! :)

De mensen hier zijn erg vriendelijk. Soms zijn ze nieuwsgierig naar ons, of geamuseerd dat twee blanken zo door de vismarkt rond lopen op zoek naar vis materiaal. Mensen zijn hulpvaardig en soms begroeten ze je uit zichzelf als je langs loopt. Je krijgt dan niet het gevoel dat ze iets van je willen maar gewoon dat ze het leuk vinden een blanke kluns te begroeten/mee te praten. Als je dingen koopt hangt het er van af hoe erg ze je proberen af te zetten. In de markt van Maquinino valt het wel mee. Ze vragen soms iets meer dan aan een local, maar dan heb je het over een verschil van een paar euro cent. Op de vismarkt en een ander klein marktje in het centrum is het erger, maar verwijt hen maar eens om te proberen geld te verdienen aan een rijke westerling (in hun ogen). Daar moet je toch wel aardig hard onderhandelen om een beetje een normale prijs te betalen (1/3 van de prijs afhalen is dan toch wel nodig).

Ons apartementje is comfortabel. Er zijn 2 slaapkamers, 1 voor ons en 1 voor tia Olivia. Verder is er een zitkamer, een keukentje en een badkamer. Er is geen stromend water maar wel elektriciteit en 2 diepvrieskisten en een koelkast met vriesvak :) De overdaad aan vriesruimte is omdat tia Olivia ijsblokjes maakt en die verkoopt aan restaurants. Overal zit muskietengaas in de ruiten en bijna alle ramen kunnen dicht. We hebben een twee persoons bed, een hele grote inbouwkast en een commode met laden (die laatste heeft tia Olivia speciaal voor ons gekocht). Als wij de boodschappen doen wil tia Olivia met liefde voor ons koken (en dat kan ze erg goed) maar we mogen ook zelf koken. Dat hebben we gisteren voor het eerst gedaan. Je kunt hier eigenlijk wel bijna alles krijgen qua groenten en kruiden dus erg lastig is het niet. We hebben gewoon een gasfornuis (gas komt uit een losse gasfles) om op te koken dus dat werkt goed. Tia Olivia heeft zelfs de kapotte TV die in onze inbouwkast stond laten repareren zodat we nu ook een eigen TV hebben op onze kamer waarmee we naar de 2 kanalen kunnen kijken die hier met een gewone antenne te ontvangen zijn, uiteraard wel in het Portugees, maar dat is goed voor ons om Portugees te leren. Voor de programmering van de kanalen hoeven we het toch niet te doen want die is om te huilen, als zenden ze op zondag wel CSI uit in het engels met Portugese ondertitels. Het bevalt hier ons dus erg goed. We zitten nu met het zonnetje in onze nek dit stukje te schrijven op het balkon. Het weer is aangenaam, overdag vaak rond de 25 graden, maar 's avonds soms wat koud (als je op je blote voeten in je t-shirt rondloopt).

Dolf's netten zijn inmiddels af en binnenkort gaan we als het goed is het veld in om de plekken uit te zoeken voor het onderzoek. Daarover volgt later meer.

Tot dan,

Annelies en Dolf.